Zo gaat dat met een vrouwenlichaam
- TP
- 20 jan 2020
- 5 minuten om te lezen

Twee uur rijden, 2 uur zitten, 2 uur rijden. Ziedaar mijn planning op deze winters zonnige dag! Waarom niet proberen hier nog wat anders aan te koppelen, bijvoorbeeld een bezoekje aan tante Ciele of aan Marion, een vroegere buurvrouw. Twee telefoongesprekken verder kom ik toch weer uit op mijn 6-urige planning. Want beide hebben al wat anders. Ik laat het daar maar bij en stap in ons busje.
Om 14 uur wandel ik de smalle zacht getinte gang door. Bij het witte hekje dat na het indrukken van 4x0 toegang tot de trap naar de 1e verdieping geeft, ontmoet ik mijn favoriet, Geert. āAlles goed, Geert?ā āJazeker, met jou ook?ā. Hij woont boven, maar bivakkeert vanmiddag kennelijk beneden. Dat lijkt hem goed te bevallen, want als ik later op de middag vertrek zie ik in de woonkamer beneden 2 benen op tafel liggen. Ik kijk nog eens goed, jawel dat zijn de benen van Geert!
De deur van de woonkamer boven zit dicht, wat is het rustig hier. Geen bewoners die door de gang wandelen, geen geluiden. Ik open de deur en zie 3 mensen zitten. Vooraan de tafel hangt een mevrouw schuin scheef naar voren gezakt. Aan het eind van de tafel zit moeder, half voorover gebogen, haar hoofd scheef en haar mond open. Er drupt een beetje speeksel uit haar mond. Er tussen in zit een jonge begeleidster fanatiek fruit te schillen. āIk kom voor mevrouw de Ramā, leg ik haar uit. āZe is in diepe slaapā , waarschuwt ze me. Met moeite krijg ik haar wakker. Ze begint onsamenhangend te praten, dat wil zeggen, ik snap niet waar ze het over heeft. Intussen begint ze onrustig met haar benen te wiebelen. Ik herken het signaal en vraag: āmoet je plassen, mam?ā āJaā. Ik sein begeleidster Willy in, ze schuift een rollator voor mijn moeder en helpt haar overeind. Ze begeleidt haar naar het toilet. Als ze weer terug is met een schone, droge broek aan, duurt het even voordat we contact hebben. Dan zeg ik: āik heb nog geen kusje van je gehad, mam!ā, waarop moeder zegt: āik ben ze allemaal verlorenā, ze geeft me een vluchtig kusje en zegt: āik heb alleen nog 1 slappe kusā. Ze heeft een bordje met fruit voor zich en een kopje thee, ik prik wat op de vork en biedt haar stukjes fruit aan. Moeder eet dit op en blijft er lange tijd op doorkauwen. Ze zal het toch wel een keer doorslikken, vraag ik me vertwijfeld af. Ze kauwt, en kauwt, en kauwt en zegt dan: āik heb een knikker in mijn keelā. Vervolgens spuugt ze een pit uit. En later nog een pit. Tot mijn verbazing is ineens het bordje leeg. Ze kijkt me olijk en en zegt: āhet duurt lang, maar ik kom er welā. OkĆ©, punt voor jou! Een tijdje zwijgen we stil naast elkaar, ineens klinkt: āIk ben 88ā. Ik zeg: āMam, je bent al 90!ā ā90? Dan ben ik nog aardig goed!ā.
Regelmatig vallen haar ogen dicht en lijkt ze half te slapen. Er zitten nog 2 bewoners aan tafel. Willem zit tegenover me, hij praat op fluistertoon. Soms loop ik even naar hem toe om hem te kunnen verstaan. Hij vertelt me dat er kokos in de koekjes zit, dat vindt hij lekker. Hij heeft een huis gekocht, dat was meer de keus van zijn vrouw legt hij me uit. Van hem mag de brand erin. Maar daar heeft hij iemand voor nodig, dat wil hij dus zelf niet doen. Is hem toch wat te riskant denk ik. Hij gaat staan en vraagt naar zijn mercedes, waarop een begeleidster zijn rollator voorrijdt. āAsjeblieft Willem, daar is ieā. Ze lachen naar elkaar, verstaan elkaars humor.
De andere begeleidster vertelt me dat moeder gisteren heel actief en praterig was, maar vandaag veel slaapt. Daarentegen is ze ās avonds vaak erg wakker en gaat ze bijna altijd als laatste naar bed. Ook ās nachts is ze regelmatig wakker. āMaar wie is Aaltje eigenlijk?ā, vraagt ze mij. De laatste dagen heeft moeder het vooral ās nachts vaak over haar. Ik geef uitleg en vertel dat Aaltje jarenlang met moeder de wekelijkse boodschappen heeft gedaan.
De 2 wandeldames, waaronder de keurige, immer glimlachende Ali, komen binnen. Ze hebben hun rondje buitenom gemaakt, maar vertellen dat ze naar huis zijn geweest en zo weer terug gaan. Dat wil zeggen, dit zegt de ene dame, en Ali beaamt dit. Ze willen even een kopje thee drinken. Ik bied ze dit aan en ze bedanken me uitvoerig. āMoeten we hiervoor betalen?,ā vraagt dame 1 wat aarzelend. āWelneeā, zeg ik joviaal, āalles is hier gratisā. Nou, dat vinden ze geweldig! Wat een toplocatie, zeg! Maar geen reden om hier te blijven kennelijk, want de jassen gaan weer aan. Ook Ali staat klaar om te gaan. Dan krijgt haar gezicht ineens een harde, strakke uitdrukking en ze zegt, wijzend naar mijn moeder: ādie vrouw heeft me beledigd en opgelicht, ja, ik ben er heel naar van. Dan leent ze wat en geeft het niet terugā. Intussen zakt moeders hoofd weer naar beneden. Ik zeg Ali dat ik met haar te doen heb. āWat vervelend, zeg! Goed dat je gaat wandelen, dat geeft afleidingā. En de dames vertrekken. Die Ali toch! Zag ik ineens een hele andere kant van haar!
Ik probeer weer contact met moeder te krijgen. Ze wordt een beetje wakker, ik vertel haar dat Harrie gisteren jarig was. āOchā, zegt ze, ādaar heb ik helemaal niet aan gedachtā. Ze wacht even en vervolgt: āzo gaat dat met een vrouwenlichaam, sommige dingen onthoud je en sommige dingen vergeet jeā.
Ik probeer haar een beetje wakker te houden en begin voorzichtig haar nek te masseren. Dan zegt ze: āāwil je mijn hoofd afpakken?ā āVind je dit niet fijn, mam?ā āNeeā, zegt ze. Dan stop ik ermee.
En zo glijdt de tijd voorbij, ik pak er maar een tijdschrift bij en maak een praatje met de anderen aan tafel. De wandeldames melden zich ook weer en vragen: ākunnen we hier een hapje eten?ā. āJullie hebben natuurlijk trek gekregen van het wandelenā zeg ik en voeg toe in antwoord op hun vraag: āmaar natuurlijk, jullie krijgen straks een heerlijke maaltijd hier!ā
Als de klok richting half 5 gaat, stap ik op. āNu alā, zegt moeder verbaasd. āDat is toch bijna de moeite niet! Beloof je me dat je dit nooit weer doet?ā. Nee, dat ga ik niet doen. Want mam, ik kom gewoon weer en heel lang blijven is een beetje lastig⦠De wandeldames kijken me meewarig aan, terwijl moeders ogen weer dicht zakken. āJa, ze heeft het zwaar heā, zegt Ali, weer helemaal in haar zachte en lieve rol. āMaar jij hĆ©bt je moeder tenminste nogā, vergoelijkt dame 2 moeders slaperige toestand. Ja, daar heeft ze inderdaad een punt!
Yorumlar