top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverTP

Zo gaat dat met een vrouwenlichaam



Twee uur rijden, 2 uur zitten, 2 uur rijden. Ziedaar mijn planning op deze winters zonnige dag! Waarom niet proberen hier nog wat anders aan te koppelen, bijvoorbeeld een bezoekje aan tante Ciele of aan Marion, een vroegere buurvrouw. Twee telefoongesprekken verder kom ik toch weer uit op mijn 6-urige planning. Want beide hebben al wat anders. Ik laat het daar maar bij en stap in ons busje.

Om 14 uur wandel ik de smalle zacht getinte gang door. Bij het witte hekje dat na het indrukken van 4x0 toegang tot de trap naar de 1e verdieping geeft, ontmoet ik mijn favoriet, Geert. ‘Alles goed, Geert?’ ‘Jazeker, met jou ook?’. Hij woont boven, maar bivakkeert vanmiddag kennelijk beneden. Dat lijkt hem goed te bevallen, want als ik later op de middag vertrek zie ik in de woonkamer beneden 2 benen op tafel liggen. Ik kijk nog eens goed, jawel dat zijn de benen van Geert!

De deur van de woonkamer boven zit dicht, wat is het rustig hier. Geen bewoners die door de gang wandelen, geen geluiden. Ik open de deur en zie 3 mensen zitten. Vooraan de tafel hangt een mevrouw schuin scheef naar voren gezakt. Aan het eind van de tafel zit moeder, half voorover gebogen, haar hoofd scheef en haar mond open. Er drupt een beetje speeksel uit haar mond. Er tussen in zit een jonge begeleidster fanatiek fruit te schillen. ‘Ik kom voor mevrouw de Ram’, leg ik haar uit. ‘Ze is in diepe slaap’ , waarschuwt ze me. Met moeite krijg ik haar wakker. Ze begint onsamenhangend te praten, dat wil zeggen, ik snap niet waar ze het over heeft. Intussen begint ze onrustig met haar benen te wiebelen. Ik herken het signaal en vraag: ‘moet je plassen, mam?’ ‘Ja’. Ik sein begeleidster Willy in, ze schuift een rollator voor mijn moeder en helpt haar overeind. Ze begeleidt haar naar het toilet. Als ze weer terug is met een schone, droge broek aan, duurt het even voordat we contact hebben. Dan zeg ik: ‘ik heb nog geen kusje van je gehad, mam!’, waarop moeder zegt: ‘ik ben ze allemaal verloren’, ze geeft me een vluchtig kusje en zegt: ‘ik heb alleen nog 1 slappe kus’. Ze heeft een bordje met fruit voor zich en een kopje thee, ik prik wat op de vork en biedt haar stukjes fruit aan. Moeder eet dit op en blijft er lange tijd op doorkauwen. Ze zal het toch wel een keer doorslikken, vraag ik me vertwijfeld af. Ze kauwt, en kauwt, en kauwt en zegt dan: ‘ik heb een knikker in mijn keel”. Vervolgens spuugt ze een pit uit. En later nog een pit. Tot mijn verbazing is ineens het bordje leeg. Ze kijkt me olijk en en zegt: ‘het duurt lang, maar ik kom er wel’. Oké, punt voor jou! Een tijdje zwijgen we stil naast elkaar, ineens klinkt: ‘Ik ben 88’. Ik zeg: ‘Mam, je bent al 90!’ ’90? Dan ben ik nog aardig goed!’.

Regelmatig vallen haar ogen dicht en lijkt ze half te slapen. Er zitten nog 2 bewoners aan tafel. Willem zit tegenover me, hij praat op fluistertoon. Soms loop ik even naar hem toe om hem te kunnen verstaan. Hij vertelt me dat er kokos in de koekjes zit, dat vindt hij lekker. Hij heeft een huis gekocht, dat was meer de keus van zijn vrouw legt hij me uit. Van hem mag de brand erin. Maar daar heeft hij iemand voor nodig, dat wil hij dus zelf niet doen. Is hem toch wat te riskant denk ik. Hij gaat staan en vraagt naar zijn mercedes, waarop een begeleidster zijn rollator voorrijdt. ‘Asjeblieft Willem, daar is ie’. Ze lachen naar elkaar, verstaan elkaars humor.

De andere begeleidster vertelt me dat moeder gisteren heel actief en praterig was, maar vandaag veel slaapt. Daarentegen is ze ‘s avonds vaak erg wakker en gaat ze bijna altijd als laatste naar bed. Ook ‘s nachts is ze regelmatig wakker. ‘Maar wie is Aaltje eigenlijk?’, vraagt ze mij. De laatste dagen heeft moeder het vooral ‘s nachts vaak over haar. Ik geef uitleg en vertel dat Aaltje jarenlang met moeder de wekelijkse boodschappen heeft gedaan.

De 2 wandeldames, waaronder de keurige, immer glimlachende Ali, komen binnen. Ze hebben hun rondje buitenom gemaakt, maar vertellen dat ze naar huis zijn geweest en zo weer terug gaan. Dat wil zeggen, dit zegt de ene dame, en Ali beaamt dit. Ze willen even een kopje thee drinken. Ik bied ze dit aan en ze bedanken me uitvoerig. ‘Moeten we hiervoor betalen?,’ vraagt dame 1 wat aarzelend. ‘Welnee’, zeg ik joviaal, ‘alles is hier gratis’. Nou, dat vinden ze geweldig! Wat een toplocatie, zeg! Maar geen reden om hier te blijven kennelijk, want de jassen gaan weer aan. Ook Ali staat klaar om te gaan. Dan krijgt haar gezicht ineens een harde, strakke uitdrukking en ze zegt, wijzend naar mijn moeder: ‘die vrouw heeft me beledigd en opgelicht, ja, ik ben er heel naar van. Dan leent ze wat en geeft het niet terug’. Intussen zakt moeders hoofd weer naar beneden. Ik zeg Ali dat ik met haar te doen heb. ‘Wat vervelend, zeg! Goed dat je gaat wandelen, dat geeft afleiding’. En de dames vertrekken. Die Ali toch! Zag ik ineens een hele andere kant van haar!

Ik probeer weer contact met moeder te krijgen. Ze wordt een beetje wakker, ik vertel haar dat Harrie gisteren jarig was. ‘Och’, zegt ze, ‘daar heb ik helemaal niet aan gedacht’. Ze wacht even en vervolgt: ‘zo gaat dat met een vrouwenlichaam, sommige dingen onthoud je en sommige dingen vergeet je’.

Ik probeer haar een beetje wakker te houden en begin voorzichtig haar nek te masseren. Dan zegt ze: ‘’wil je mijn hoofd afpakken?’ ‘Vind je dit niet fijn, mam?’ ‘Nee’, zegt ze. Dan stop ik ermee.

En zo glijdt de tijd voorbij, ik pak er maar een tijdschrift bij en maak een praatje met de anderen aan tafel. De wandeldames melden zich ook weer en vragen: ‘kunnen we hier een hapje eten?’. ‘Jullie hebben natuurlijk trek gekregen van het wandelen’ zeg ik en voeg toe in antwoord op hun vraag: ‘maar natuurlijk, jullie krijgen straks een heerlijke maaltijd hier!’

Als de klok richting half 5 gaat, stap ik op. ‘Nu al’, zegt moeder verbaasd. ‘Dat is toch bijna de moeite niet! Beloof je me dat je dit nooit weer doet?’. Nee, dat ga ik niet doen. Want mam, ik kom gewoon weer en heel lang blijven is een beetje lastig… De wandeldames kijken me meewarig aan, terwijl moeders ogen weer dicht zakken. ‘Ja, ze heeft het zwaar he’, zegt Ali, weer helemaal in haar zachte en lieve rol. ‘Maar jij hébt je moeder tenminste nog’, vergoelijkt dame 2 moeders slaperige toestand. Ja, daar heeft ze inderdaad een punt!

14 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page